Kruipzegge

Carex mackenziei

Drie tot vijf aren aan de top van de stengel; mannelijke bloemen aan de voet van de grote eindstandige aar. Kafjes lang, doorgaans langer dan het urntje, eirond, zwak-spits of stomp, geel-taankleurig met groene middelnerf. Urntje kort, opgezwollen, kortgesnaveld, met vele opliggende nerven. Twee stempels. Lange kruipende wortelstokken met tamelijk lange lichtgroene scheuten, die dichte buigzame lapjes vormen; bladeren 2 – 3,5 mm. breed, afgeplat. Best wel wijdverspreid langs de kust, behalve in het zuiden. Lijkt op: De aren lijken op die van Sneeuwzegge en Zompzegge; de eindstandige aar is bij de Kruipzegge langer en de voet is smaller. Bloeitijd: Juni – juli. IJslands: Skriđstör. (Cyergrassenfamilie).