Struikhei

Calluna vulgaris

Bloemen kortgesteeld in trossen, 4-tallig, ongeveer 3 mm. breed. Rozerode kleur komt van de ovale kelkblaadjes, die langer zijn dan de kroonblaadjes. Behaarde, donkerroodgroene schutblaadjes ondersteunen de voet van de kelkbuis. Acht meeldraden, één rood-stijlige stamper; de vrucht is een bijna bolronde doosvrucht. Bladeren altijd groen, dicht kruisgewijs tegenoverstaand, slechts 2 mm. lang en 0,5 mm. breed, wat de stengel een vierkantig voorkomen geeft. Een bladerige scheut steekt doorgaans uit de bloemtros omhoog. Hoogte: Stengels kruipend met opstijgende vertakkingen van ongeveer 10 – 20 cm. hoog. Habitat: Heideveld en hellingen. Algemeen. Lijkt op: Geen. Bloeitijd: Augustus – september. IJslands: Beitilyng (Heidefamilie). – Struikhei heeft altijdgroene scheuten en draagt enigszins bij aan de winterbegrazing. Ze tooit haar omgeving met de helderroze bloemen die laat in het seizoen verschijnen, als de andere planten al ‘winterklaar’ zijn.